Vaag zei je iets.
Ik begreep het niet,
maar glimlachte.
Vaag glimlachte je terug.
En niets werd duidelijk,
maar tegelijk ook alles:
Leven is tijdreizen,
maandromen, hartenvullen,
sterrenplukken, stampvoetendansen
stil worden, en vaag en vloeibaar
jou omhelzen.